Patent Julius Bunge
LandgoedKareol - Aerdenhout
de Sloop en nu
De gemeente Bloemendaal had, zoals we eerder zagen, geen andere mogelijkheid dan om een sloopvergunning af te geven en was het einde van Kareol in zicht. Muller en Buyert lieten er geen gras over groeien en er werden direct plannen gemaakt om met beginnen om dit, helaas niet erkende, historische monument neer te halen. Er waren nog wat publiekelijke discussies om in ieder geval de toren te laten staan als aandenken aan Kareol en het behoud van het landschapsbeeld. Helaas het mocht niet baten en ook de toren ging neer.
​
Hans van der Horst een tekenleraar aan de “witte Lelie” in Amsterdam, die ook de expositie in het Frans Hals Museum organiseerde, had de eigenaren benaderd om voor en tijdens de sloop tekeningen van Kareol te maken. De eigenaren aarzelden om toestemming te geven, maar uiteindelijk kwam er toch een min of meer vriendschappelijke relatie. Na wat gesteggel over wie de kosten van het drukken zou betalen werden uiteindelijk de gedetailleerde tekeningen gebundeld en in 1980 uitgegeven in het boek “Kareol – de ondergang van een Monument”.
Hans van der Horst. Ondergang van een monument. Ik helaas geen contactadres om te vragen of ik meer van de tekeningen uit het boek te plaatsen.
Frank Icke heeft fotos gemaakt van de val van de toren die gepubliceerd zijn in Furore 15. Ook met hem had ik graag contact gehad voor zijn toestemming deze te gebruiken.
De tegeltableaus
​
Gelukkig was er wel voldoende besef dat als aandenken in ieder geval en aantal van de tegeltableaus bewaard moesten blijven. De eigenaren werden benaderd en die waren welwillend genoeg om de sloop van het huis uit te stellen zodat 14 van de 24 door Läuger ontworpen taferelen konden worden verwijderd.
​
Het was nogal een klus om deze tableaus in zijn geheel uit de 33 cm gewapend betonnen muren te krijgen. De Haarlemse firma Seurendonk steenhouwers, onder supervisie van Publieke Werken Bloemendaal, werd benaderd om met diamantzagen aan de slag te gaan.
Na verschillende pogingen en flink wat schade aan de tableaus besefte men dat het op deze manier niet ging en werd de oplossing bedacht om de hele muur erachter uit te kappen en in het geheel naar het Bussumse bedrijf Kreuning te sturen om de betonlaag af te slijpen tot er ongeveer 4 cm overbleef. Het was een gigantische klus, alleen al het verwijderen van de grotere tableaus duurde het een hele dag voordat ze vervoerd konden worden.
​
Bij het eerste, 3000 kg, wegend tableau, het schip van Tristan en Isolde, ging dat redelijk goed maar tijdens het vervoer brak het uiteindelijk toch in stukken. Het totale reparatiebedrag door schade aan de eerste 4 tableaus was al 35.000 gulden. Voor het totale project was 86.000 gulden uitgetrokken en al gauw bleek dat, met alle reparaties gedaan door het Haarlemse bedrijf van Timmerman en Bruins, dit wel eens een stuk hoger zou kunnen uitvallen.
Er waren eigenlijk maar twee serieuze gegadigden om de tableaus aan te schaffen; de gemeente Bloemendaal, die een deel van het verwijderen bekostigd had en het tegelmuseum in Otterlo. De rest van het geld dat nodig was voor de verwijdering kwam van de gemeente Ede, Provincie Gelderland, de Vrienden van het Museum, het Anjerfonds en de Vereniging Rembrandt.
Bloemendaal koos een aantal tableaus waaronder het gerestaureerde Tristans schip, een bloemenvaas uit de voorgevel, twee pauwen uit de achtergevel, een leeuw die een hert aanvalt en een arend die een leeuw belaagt uit de schouw in de hal. De laatste twee behoorden tot een geheel met een tableau van een hert en een leeuw die uit dezelfde bron dronken, maar die waren helaas in de periode van de grote vernielingen al kapot geslagen.
Het vervoer van het Tristan en Isolde Tableau
Het Nederlands Tegelmuseum in Otterlo kocht vier tableaus en het historisch Museum Zuid-Kennemerland en het keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden kregen er ieder een. De eigenaren hielden twee van de kleinere tableaus voor zichzelf.
Uiteindelijk bleven er voor de verkoop nog negen kleinere tableaus over maar de interesse was door de hoge kostprijs beperkt. Ik heb geen idee waar die uiteindelijk gebleven zijn, maar zullen waarschijnlijk in particuliere verzamelingen terecht zijn gekomen.
Er is een documentaire gemaakt over het uitzagen en bewerken van de tegeltableaus die werd vertoond op de opening van de tableau expositie op het gemeentehuis in Bloemendaal. Stichting ons Bloemendaal heeft recentelijk een VHS-band gekregen die ondertussen ook gedigitaliseerd is. Ik heb wat screenshots die zijn opgenomen in de bijlagen.
Toen de tegeltableaus eruit waren begon de uiteindelijke sloop in mei 1979 en zou meer dan 5 maanden duren. Er werden bij de kostenbegroting om het gebouw neer te halen wel wat foutjes gemaakt. Zoals eerder beschreven was Kareol solide, heel solide en er moest springstof aan te pas komen om het gewapend beton eronder te krijgen.
Het is jammer dat de bewaarde voorstellingen in het gemeentehuis van Bloemendaal niet tentoongesteld zijn in een van de publieke ruimtes maar kan na vriendelijk verzoek eventueel wel bezichtigd worden.
​De uiteindelijke afbraak werd niet alleen het gebouw, maar ook de sloper noodlottig die door deze opdracht een faillissement moest aanvragen en zodoende moest een andere onderneming de afbraak afmaken. Wie die andere onderneming was heb ik nog niet kunnen achterhalen.
​Bouwplannen
​
De servituten bleven een probleem. De eigenaren hadden weer een beroepsprocedure gestart met als argument dat Franciscanessen klooster Alverna die in 1922 het voormalig huis Boekenrode hadden gekocht desondanks de servituten. Juist vanwege de deze servituten hadden de nonnen de heer Janzen, Commissaris van de Spaarnebank te Haarlem, gevraagd naar de openbare verkoping te gaan en te bieden. Na overleg met de eigenaar Jonkheer Pieter Teding van Berkhout is de aankoop uiteindelijk doorgegaan en dus in feite de servituten die op de grond lagen omzeild.
W.F.Hermans
De Rijksdienst voor de Monumentenzorg (nu Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed) heeft in 1974 en 1978 fotos gemaakt. In de bijlagen staan er meer
Er is nog een artikel verschenen in Furore 15 (april 1980) over de sloop, met name het omvallen van de watertoren. Er zijn acht foto's genomen door Frans Icke (1948), een acteur/regisseur/politicus. Ik heb helaas nog geen contact gehad met meneer Icke om hem te vragen of ik alle fotos zou mogen gebruiken. Ik hoop dat hij er echter geen bezwaar tegen heeft dat er een op deze website staat.
Willem Frederik Hermans vertelde 5 jaar na de sloop dat hij er er niet over dacht om vanuit Parijs naar Nederland terug zou komen. De enige reden om die beslissing te overwegen zou indertijd geweest zijn om in Kareol zou gaan wonen. Dat was nu dus te laat en hij verwachtte dat op de vrijgekomen grond nu een kampeerplaats met een frietkraam en seksboerderij zou gaan komen.
Klooster Alverna
De discussie ging nu dus voornamelijk over in hoeverre servituten nog in acht genomen konden worden. De rechter gaf hierop een antwoord: “Door verandering van bestemming van het heersend erf uitoefening van de erfdienstbaarheid blijvend onmogelijk is geworden” ect. De gemeente Bloemendaal was er in feite maar een mogelijkheid, het afschaffen van de servituten en een bouwvergunning afgeven.
Er mocht nu dus gebouwd worden, maar wat?
​
De gemeente Bloemendaal had nog steeds geen van de door Muller en Buyert ingediende plannen goedgekeurd. Het heikele punt was wat er gebouwd kon worden, hoe hoog, zeker niet hoger dan de boomgrens, en welk gedeelte van het terrein voor de bouw gebruikt mocht worden. Er moest ook rekening gehouden worden met de omwonenden die met elk ingediend plan wel een reden vonden waarom ze erop tegen waren.
​
Wat er zoal geopperd is in de loop der jaren.
​
Er werd in 1975, vier jaar voor de sloop een vergunning verleend werd, al gevraagd om 36 serviceappartementen te bouwen en voor de aanvraag van deze vergunning werd door de eigenaren 21.000 gulden aan leges betaald, Uiteindelijk werd het plan afgewezen omdat volgens de gemeente de bebouwing zoveel mogelijk een eenheid dient te vormen.
Wat verder:
​
-
Appartementengebouw van 6 verdiepingen en een sousterrain - afgewezen
-
Individuele vrijstaande villa’s – afgewezen
-
Vier appartementengebouwen met in totaal 36 appartementen – afgewezen
-
Een appartementengebouw dat boven de boomgrens uitstak – dus ook afgewezen
Na heel wat gesteggel en eindeloze juridische gevechten over de aard, de hoogte en het aantal bewoonbare m2 keurde Gedeputeerde Staten in 1996, 17 jaar na de sloop, het laatste voorstel goed en er mocht gebouwd worden “in een stijl die doet denken aan het oorspronkelijke huis”. Architect W. Meijer heeft zich laten inspireren door de vorm en de bouw van het oorspronkelijke Kareol en zijn laatste voorstel was: 18 luxe appartementen in een gebouw dat qua oppervlakte niet meer dan Kareol (1700 m2) mocht beslaan en ook niet hoger dan 13 meter was om zo net onder de gemiddelde hoogte van 15 meter van de bomen te blijven. Wel aardig, onder de omstandigheden, was dat er in de vergunning ook ruimte gemaakt werd om een toren te bouwen (maximaal 4x4 meter en 36 meter hoog) dit is echter nooit gebeurt.
​
Natuurlijk had de buurt ook weer bezwaar tegen het nieuwe plan. Het gebouw zou overlast veroorzaken, de wegen waren er niet op berekend en dat de huidige woonomgeving te ruim is opgezet om daar een kolos van een appartementengebouw neer te zetten. Ook de voorlopige geveltekeningen door Meijer hadden geen allure zo werd er gevonden. Uiteindelijk koelden de gemoederen toen bleek dat de geïnteresseerden voor de koop van de appartementen bijna allen uit Aerdenhout afkomstig waren.
​
​​Dit was dus het einde van het oude Kareol. Het is jammer dat deze geschiedenis zo een droef einde heeft, maar het had erger gekund. De projectontwikkelaar, en Kareolist, Marc Straathof heeft het wel voor elkaar gekregen dat het park onverkaveld is gebleven en dat de bewoners van het huidige Kareol de plicht hebben om het geheel er zo uit te laten zien als Julius Bunge dat gewenst had.
Direct na de sloop had projectontwikkelaar Marc Straathof zich ingekocht door 34% van de aandelen van Muller en Buyert te kopen in het nieuw opgerichte bedrijf "Kareol B.V." Waarschijnlijk na al het gesteggel met de gemeente en Stichting Kareol ontstond er onenigheid tussen Muller en Buijert, kwade tongen spraken ook over een ruzie waar een "paardenmeisje" bij betrokken was, die vervolgens ook de rest van aandelen aan Straathof verkochten. Met de eigenlijke bouw van het nieuwe Kareol werd in 1997 aangevangen door het aannemersbedrijf Vermeer uit Hoofddorp en duurde zo'n 18 maanden.
​
In 1998 was het appartementencomplex klaar om opgeleverd te worden. Er valt over te twisten, als destijds bij het Bunges Kareol gedaan was, of het nieuwe appartementencomplex mooi of lelijk is, maar dat laat ik liever in het midden. De appartementen zijn gemiddeld zo'n 300 m2 groot en komen met regelmaat te koop voor prijzen van zo rond de 1.000.000 euro.
​
In het park zijn nog steeds de oorspronkelijke vijvers, de grote vijver aan de zuidkant van het huis en de klavertjes vijver. Ook de ijskelder, het zomertheater en het tempeltje met de oorspronkelijke tegels zijn nog aanwezig. Wat wel te zien is van de straat zijn de chauffeurs- en de tuinmanswoningen die in zijn geheel bewaard gebleven zijn. Meer fotos zijn in deze bijlage.
De glorietijd
Het nieuwe Kareol
​U kunt gaan kijken op de van Lennepweg om een idee krijgen van hoe groot het oorspronkelijke Kareol was. Helaas is het niet mogelijk om wat meer indrukken op te doen, het park is privé. op de hoek van de van Lennepweg en de Boekenrodeweg kan door de poort het tempeltje aan het eind van het beukenpad gezien worden.
​Een leuk weetje trouwens is dat de lantaarns bij de entree afkomstig zijn van het gesloopte pand ‘De Nachtegaal’ (het oude Raadhuis) aan de Bloemendaalseweg in Overveen en dat aan de voorzijde van het appartementencomplex een lantaarn is aangebracht uit het voormalige café-restaurant Brinkmann aan de Grote Markt in Haarlem.
Gelukkig blijft de herinnering aan het Kareol, tot een bepaalde hoogte, toch nog levendig.
Fred Blei
​
Fred Blei is een toegwijdt Kareolist die net voor de sloop 100erden schilderijen van Kareol gemaakt heeft. Dit schilderij geeft het beste beeld hoe Kareol er vroeger uitgezien moet hebben. U kunt Fred bereiken via zijn website fredblei.com
​
In de Kareoler, het BNMO magazine, 61e jaargang nr 4 (april 2001) staat een uitgebreid interview met Fred Blei.
​
OIn
Fred Blei
​Quote (maar ik wet niet van wie en het klopt ook niet helemaal, maar toch): Met zijn "zeer mooie, slanke, fijne toren" stak Kareol ver boven het maaiveld uit, en vormde het pand een ware uitdaging voor de bekrompenen van geest, die in 1980 eindelijk hun zin kregen, toen het pand werd neergemaaid. Het 'herenhuis' van toen werd vele jaren na de sloop vervangen door een woonkazerne voor een veertigtal miljonairs van nu. De bijgebouwen en tuinornamenten kregen na de sloop van het pand alsnog de monumentenstatus: het spreekwoord "als het kalf verdronken is, dempt men de put", werd ook in dit geval weer treffend in praktijk gebracht.
​Nu u toch in de buurt bent zou u een keer langs Villa Endymion (van architect Wijdeveld) uit 1909 aan de Koepellaan 2 in Bloemendaal kunnen rijden. De villa is gebouwd in een soortgelijke stijl als Kareol. De naam Endymion komt trouwens uit een gedicht van John Keats waarvan de eerste regel luidt: "a thing of beauty is a joy for ever". Deze regel staat op de bronzen plaat boven de hoofdingang.
Verder naar het hoofdstuk de hoofdrolspelers en wat andere wetenswaardigheden nog niet vermeldt in de website tekst
Villa Endymion