Patent Julius Bunge
LandgoedKareol - Aerdenhout
De hoofdrolspelers en wat andere zaken
Hieronder wat wetenswaardigheidjes sommige die misschien niet direct met Kareol te maken hebben maar toch wat meer achtergrondinformatie geven over de hoofdrolspelers, indien al niet beschreven in de tekst, en verder wat andere zaken die nog niet ter sprake gekomen zijn.
De ouders van Julius C. Bunge
​
Julius was de zoon Gottlieb Julius Bernhard Bunge (12 September 1838– 23 januari 1908) en Emilie Julia Charlotte Bunge (10 oktober 1843 – 11 juni 1899).
​
Bunge was het kleinkind van immigranten uit Duitsland die een succesvol internationaal familiebedrijf, handelend voornamelijk graan en tabak, hadden opgericht. In1875 werd in Amsterdam Bunge en Co opgericht met een filiaal in Antwerpen. Het bedrijf bestaat trouwens nog steeds en is een van de vijf grootste graanhandelaren in de wereld met het hoofdkantoor in Argentinië.
​
Julius moeder was een ziekelijk zeer orthodox protestantse vrouw. Nadat Julius geboren werd had ze het qua kinderen wel gezien, wenste verder ook geen fysiek contact meer met senior en dus bleef Julius enigst kind.
Vader Bunge was, in tegenstelling tot zijn vrouw een levendige en extraverte man die regelmatig op bezoek ging bij zijn broer in Antwerpen voor ontspanning en waar, naar het schijnt, geen gouvernante veilig voor hem was.
De laatste maanden voor het overlijden van mevrouw Bunge werd ze verzorgd door privé-verpleegster Charlotte Cornelie Eggeling (1868 – 1960). Gedurende die laatste maanden blonk Eggeling uit in zorgzaamheid, geduld en warmte waarmee ze Julia omringde. Mevrouw Bunge apprecieerde dat dermate dat het haar wens was, zonder daarover overleg te plegen, dat zuster Eggeling zou trouwen met Julius.
​
Julius vermoedde wel dat zijn moeder hem voorbestemd had als echtgenoot van haar verpleegster maar had zelf andere ideeën en trouwde met Lotte Meissner maar daarover zowat meer.
Na het overlijden van zijn vrouw had Gottlieb zuster Eggeling niet meer nodig en liet haar gaan. Ruim een jaar later schreef hij haar echter en verteld dat hij de eenzaamheid lastig verdragen kon en dat hij huiselijke gezelligheid wenste. In dezelfde brief schreef hij dat hij voorstelde dat zij zijn echtgenote werd, en zo geschiedde in 1901.
Trouwbewijs vader Bunge en zuster Eggeling
Uit het huwelijk werden twee kinderen geboren, Louise Brard in 1902 en Nelly in 1905. Vanwege het grote leeftijdsverschil hadden Julius en zijn halfzusters zo goed als geen contact.
Nelly bunge
Louise Bunge
​Na Julius overlijden kwamen de stiefzusjes later nog wel eens in Seewarte op bezoek, maar eigenlijk zo goed als nooit op Kareol. Het zou kunnen dat de stiefzusjes jaloers waren toen Hilde op het toneel verscheen zeker toen duidelijk werd dat die na Julius overlijden zijn gehele familiekapitaal zou erven.
​
Gottlieb was zich ervan bewust dat het leeftijdsverschil met zijn vrouw zo groot was en dat zij, na alle waarschijnlijkheid, langer zou leven dan hij. Financieel werd alles goed geregeld en zo kreeg Eggeling bij Gottliebs overlijden het vruchtgebruik van het onverdeelde kapitaal. Het gezin gaf het huis in Amsterdam op en vestigde zich permanent op Spaarnhout (Spaar en Hout), het zomerhuis van de Bunge’s en de plaats waar Julius geboren was.
​
Zoals ik eerder en ook later op deze website schreef zijn er nog een flink aantal vragen over die eigenlijk wat meer duidelijkheid behoeven. Dit is er zo een van: wat gebeurde er met het kindsdeel van Julius.
Louise Bunge
Julius Carl Bunge
Er is op deze website al veel geschreven over de heer van het Kareol. Hier nog wat meer details.
Julius Carl Bunge werd geboren op 11 maart 1865 in Amsterdam.
Nelly Bunge
Geboorteakte Julius
Julius Carl Bunge
Net als zijn vader verdiende ook Julius een fortuin als zakenman met het bedrijf dat door zijn opa in 1818 was opgericht, en in 1875 fuseerde met een de firma van de familie Born, maar ook als speculant en bankier. Bunge vond het niet nodig om meer dan 3 dagen per week naar kantoor te gaan in Amsterdam. Hij bleef echter wel van alles in de wereldhandel op de hoogte en las ‘s morgens morgen een hele reeks met kranten die bij het Kareol werden afgeleverd. Bunge & Co. bestaat nog steeds en behoort tot een van de vijf grootste graanhandel maatschappijen in de wereld.
​
Julius Bunge was een man van middelmatige grootte maar kleiner dan zijn vrouw Lotte. Hij was wat gesloten man zeker als hij thuis was op Kareol, in Zwitserland was hij toegankelijker naar het schijnt.
Bunge was een ideale werkgever. Alhoewel verboden om lid te worden van een vakbond zorgde hij goed voor de mensen bij hem in dienst. Met de kerst werden gigantische kerstpakketten uitgedeeld en deelde de werknemers mee in de jachtbuit.
​
Zoals al eerder geschreven had Julius’ moeder hem voorbestemd om met haar verpleegster Eggeling te trouwen. De nog jonge Bunge was niet enthousiast over dit plan onder meer omdat hij op een Wagner Festspiele in Bayreuth Lotte Meissner ontmoet had. Lotte was een groot vriendin van Wagner’s dochter Cosima en dus ook bij haar was de muziek van - en cultus rond Wagner met de paplepel ingegoten.
​
Julius trouwde zonder zijn vader, zijn moeder was in 1899 overleden, in te lichten hals over kop met Lotte, Het huwelijk tussen Julius en Lotte Bunge vond plaats op 28 september 1900 in Bad Oeynhausen in Duitsland en werd op 28 januari 1901 ingeschreven in Amsterdam Aktenummer Reg.3 fol. 10v.
​
Vader Bunge was het niet een met Julius’ keuze en alhoewel ze elkaar nog regelmatig zagen op kantoor en bij de Wagner Vereeniging was de privé band tussen vader en zijn nieuwe familie en zoon minder hecht dan voorheen.
Trouwakte Julius en Lotte. Niet echt goed leesbaar. Op aanvraag stuur ik een grotere versie op.
​Adele Auguste Wilhelmina (Lotte) Meissner.
​
Er is vreemd genoeg weinig bekend over Lotte en er is, bij mijn weten, ook maar een foto van haar bekend.
Lotte werd op 20 mei 1872 geboren in Werden am Ruhr, Duitsland. Haar ouders waren Wilhelm Eduard Meissner en Julie Haijedan.
​
Lotte was een vrij grote forse vrouw, niet knap maar met een onmiskenbaar aristocratisch voorkomen en allure. Lotte sprak alleen Duits en heeft weinig moeite gedaan om Nederlands te leren. Ze hield echter wel van Nederland en natuurlijk Kareol waar zij haar meeste tijd doorbracht.
Heel anders dan Julius vond Lotte het heerlijk om in het middelpunt van de belangstelling te staan.
​
Lotte overlijdt op het Kareol op 7 maart 1919 aan de Spaanse griep.
Lotte en Julius
Martha Irma Hilde (Rusag) Bunge (7 juni 1901 - 13 april 1941)
​
Hilde werd op geboren in de Duitse stad Wuppertal in een arme familie. Haar ouders waren gescheiden toen zij nog kind was en haar moeder was nooit meer hertrouwd. Hilde had twee zussen, Julie en Emmy en twee broers Johann-Baptist en Georg.
Hilde kwam al op jonge leeftijd met haar vriendin, en nichtje van Lotte, mee naar Kareol. Over de ruzie tussen de twee meisjes en welke kant de Bunge’s stonden is ook al eerder geschreven. De Bunge’s waren erg gesteld op hun logee, zo zeer dat in de hal van Kareol een levensgroot schilderij van Hilde in een blauwe jurk en de parelketting hing. De ketting is trouwens bij haar dood aan het personeel van Kareol geschonken.
​Hilde verbleef na de dood van Julius meer en meer in het hun huis Seewarte. Alhoewel er in alles voorzien was en aan geld al helemaal geen gebrek, was het een eenzaam bestaan. Van tijd tot tijd nodigde ze Nellie (het halfzusje van Julius) uit om haar wat op te vrolijken of om te helpen met het organiseren van een feestje.
Läuger schilderde Hilde in 1925
​​Nog een gevonden verhaal; een zus van Hilde, was getrouwd met een Serviër en beiden logeerden som op Kareol. Op een dag was een deel van Hildes sieraden verdwenen en het werd snel duidelijk dat Hilda’s zuster’s man ze gestolen had om zijn speelschulden af te betalen. De juwelen waren dus terug maar het was hierna natuurlijk snel afgelopen met de logeerpartijen. Hilda’s zuster is trouwens snel gescheiden na dit incident.
Na de dood van Hilde viel niet alleen Kareol maar ook Seewarte in Hildes familie in handen. Omdat Zwitserland neutraal was konden ze daar gedurende de oorlog niet veel mee. Nadat de tweede Wereldoorlog afgelopen was werd Seewarte onder dwang van de geallieerden verkocht en de familie van Hilde als “rechtmatige erfgenamen” kreeg daar, tot groot ongenoegen, maar een derde van de uiteindelijke, veel te lage in hun ogen, verkoopprijs voor.
Hilde sprak, net als Lotte, zo goed als geen Nederlands. Duits was de voertaal op Kareol.
Hilde ligt in Luzern begraven.
Anders Lundberg
​
28 april 1879 Trollhättan zweden
​
Zoon van handelsman Karl Frederik Lundberg en Charlotta Johansdotter. Lundberg studeerde in aan de Technische Hogeschool in Stockholm. Tussen 1900 en 1906 werkte hij als tekenaar in een architectenbureau. Karl Frederik was een vriend van de heer Bunge die zijn zoon voorstelde om het ontwerp voor Kareol te maken.
​
Zoals u waarschijnlijk al gelezen heeft had Julius grote invloed op de bouw en zijn er ook op zijn aandringen gedurende de constructie veel veranderingen op het oorspronkelijke ontwerp gemaakt. Het zou kunnen zijn dat Bunge Lundberg als redelijk onervaren architect heeft gekozen zodat hij meer invloed kon uitoefenen zonder daar al te veel weerstand te krijgen iets dat waarschijnlijk wel gebeurd zou zijn met een meer ervaren architect. Lundberg verbleef na voltooiing van Kareol vaak in Aerdenhout en had daar zelfs zijn eigen kamer.
Na Kareol ondernam Lundberg veel studiereizen naar Italië, Engeland en Wenen.
In 1914 vestigde Lundberg zich als zelfstandig architect in Stockholm. Er is niet heel veel bekend van verder werk, maar het staat wel vast dat hij de Pastorie van Trollhatten gebouwd heeft. Ik ben niets te weten gekomen over overlijdensdatum en plaats.
Pastorie van Trollhatten
​Max Läuger 30 September 1864 – 12 December 1952
Läuger heeft zijn opleiding gevolgd aan de Kunstacademie in Karlsruhe. Na zijn opleiding vertrok hij voor een jaar naar Parijs waar hij zijn studie voortzette en les gaf. Terug in Duitsland werd hij artistiek en technisch directeur van de tegelfabriek Tonwerke in Kandern, Duitsland waar later ook de tegels van het Kareol gemaakt werden.
​Het archief van Läuger is, in ieder geval deels, bewaard gebleven en opgeslagen in de Badische Landesbibliothek in Karlsruhe onder de inventarisatie naam Careol. Mevrouw Jet Slagter heeft via deze bibliotheek, na wel wat moeite overigens, een aantal kopieën van de interieurtekeningen van het Kareol gemaakt door Läuger gekregen.
Een bezoek aan de Landesbibliothek staat voor mij nog op de agenda.
​
Ander werk van Läuger is onder andere het Kuchlin theater in Basel, het Bahnhof in Karlsruhe en het stadhuis Brabella in Basel.
​Sven Henrik Silow, 25 september 1877 in Kristianstad – 30 maart 1909 at Romanäs sanatorium Zweden.
Silow was een Zweedse architect, schilder en grafisch kunstenaar.
Foeke Kuipers (30 August 1871 – 17 December 1954)
​
In het eerste hoofdstuk is er al iets geschreven over Foeke Kuipers, maar hier wat verdere informatie. Kuipers werd geboren als jongste zoon in een architectenfamilie. Na het Kareol was zijn onbetwiste meesterwerk het gebouw “Industria” tussen de Dam en het Rokin waar ook Bunge bij betrokken was. Dit ontwerp van Kuipers zou op het laatste moment niet doorgaan totdat de in april 1913 opgerichte 'De Industriële Club' en ook Julius Bunge nieuwe kantoorruimte zocht. Het indrukwekkende gebouw werd in 1916 voltooid.
​
Verdere werken van Foeke Kuipers zijn onder andere de Sigarettenfabriek uit 1928, Nieuwezijds Voorburgwal 310 en de Algemene Maatschappij Voor Jongemannen aan de Stadhouderskade, en een aantal particuliere huizen in Bloemendaal en omgeving ontworpen in de Amsterdamse School stijl neigden.
Foeke Kuipers
De Industriële Club Amsterdam 1916
villa Meer en Berg Heemstede 1908
Oostelijk Zwembad Rotterdam 1932
Jet Slagter-Wieringa.
Mevrouw Slagter-Wieringa hield zich bezig het secretariaat van de Stichting Kareol. De interesse voor Kareol was al vroeg in haar jeugd ontstaan toen zij op de fiets met haar vader regelmatig langs het landgoed reedt. Toen Jet in 1948 op de middelbare school zat hoorde ze van een vriendin, de dochter van de notaris die belast was met de verkoop van het huis, dat er een tennisbaan op het terrein lag. Met een 6-tal vriendinnen benaderde zij de tuinbaas Boegschoten om vergunning te vragen om van de baan gebruik te maken. Dat mocht maar de meisjes moesten zich wel eerst bij Boegschoten melden voordat ze gingen tennissen en de zaak schoonhouden natuurlijk. Mevrouw Slagter heeft het toonaangevende boek de “Kareol te Aerdenhout en zijn Bouwheer”, “de Stille Heer van Kareol” geschreven dat uitgebracht werd in 1974.
Henrietta Slagter Wieringa
Nico Bersee
De heer Bersee werd door Zwolsman in 1960 aangesteld als beheerder van Kareol. Het EMS gaf later toestemming om feesten, partijen en muziekuitvoeringen organiseren om meer kopers geïnteresseerd te krijgen om Kareol te kopen. Veel van deze avonden werden niet gesponsord maar georganiseerd voor degenen die in de directe omgeving woonden en voor 10 gulden een kaartje konden kopen.
Bersee voelde zich een echte gastheer en bij deze festiviteiten kwam hij pontificaal in jacquet van de grote trap af. Ook werden er weer filmopnamen gemaakt voor bijvoorbeeld “De Vergeten Medeminnaar” uit 1963 en het “Gangstermeisje” in 1966. Kareol werd ook voor opslag gebruikt waaronder bijvoorbeeld de overgebleven piano’s van een gedeeltelijk door brand verwoeste winkel.
In de beginperiode woonde de familie Bersee in de chauffeurswoning maar toen een van Bersees zoons trouwde en in deze woning wilde blijven wonen vertrokken Nico en Anne (zijn vrouw) naar het “grote huis”.
An Bersee vond het allemaal maar zo zo, het gigantische huis moest natuurlijk toch schoongehouden worden en het grote bos rond het huis was ‘s avonds toch wel erg donker.
Nadat EMS eindelijk in 1975 een koper gevonden had, besloot de nieuwe eigenaar Muller na 19 jaar het contract met Nico van de een op de andere dag op te zeggen. Gelukkig was er de jurist Scheltema, lid van de Stichting Kareol, die ervoor zorgde dat de familie Bersee drie maanden respijt kreeg en hun verhuizing op deze manier zonder haast konden voorbereiden.
De heer Bersee is later enthousiast lid van de Stichting tot behoud van Kareol geworden en medesamensteller van Jet Slagters boek “Kareol te Aerdenhout en zijn Bouwheer”, “de Stille Heer van Kareol”.
Nico Bersee
G.J. Boegschoten. 23 maart 1890 – 9 februari 1953
​
Tuinbaas Boegschoten kwam na 2 jaar op landgoed Rhederoord bij Arnhem gewerkt te hebben in 1914 naar Kareol. Boegschoten experimenteerde met het kweken van mutaties van orchideeën en andere tropische planten die Bunge op zijn vele reizen, onder andere Nederlands-Indië, meebracht. In de goede tijd werkte hij met 9 tuinlieden om de gigantische tuinen te onderhouden.
Mevrouw Bunge was gek op bloemen. Wanneer er ‘s avonds gasten ontvangen werden liet zij een Boegschoten de jurk zien die ze die avond ging dragen zodat Boegschoten daar een bijpassende corsage en tafel bloemen bij kon vinden.
Boegschoten bleef nog lang actief in Kareol. Ook na de dood van Bunge bleef hij excursies organiseren in de tuinen en de kassen van het landgoed.
In het testament van Bunge stond, als een van de voorwaarden bij de verkoop, dat Boegschoten en Hendrik van Nassau (een tuinman) daar tot zijn 65e had mogen wonen, maar na een aantal conflicten met Pasman, de nieuwe eigenaar die Kareol in 1949 kocht, legde hij in 1951 zijn sleutels op de eetkamertafel en vertrok zonder iets te zeggen.
Klaas Paap heeft in de periode van 1908 tot 1948 op Kareol gewerkt en meegeholpen bij de aanleg van de tuin.
Engel, de broer van Klaas kwam vaak in de zomer naar Kareol om zijn vader te helpen bij het onderhoud van de tuin en kassen. Mevrouw Bunge was erg gesteld op hem omdat hij niet overal “ja” op zei. De Bunge’s boden aan om het naar een vakopleiding te sturen maar Engel maakte hier geen gebruik van omdat hij naar zee wilde. Drie dagen na mevrouw Bunge stierf ook hij aan de Spaanse Griep.
​
De Jager
Samen met machinist de Jager de technische man maakte Bunge het miniatuurtheater voorzien van decoraties en lichteffecten waar Wagner operas konden worden voorbereidt. Ook bouwde ze samen de miniatuur koperen locomotief met twee wagons en het hele spoorwegsysteem die bij speciale gelegenheden door het beukenbos reedt.
De Jager had een zoon, Arnold, die ook vaak op Kareol te vinden was. Arnold was handig en buiten dat ook gespecialiseerd in de nieuwste fototechnieken. Hij hielp de heer Bunge en zijn vader met hun “knutselwerk”, waaronder de ontwikkeling van het treintje, en werd later door J.C. in staat gesteld een opleiding aan de M.T.S. te volgen.
​
Frau Boender.
Jet Slagter heeft in de periode van haar onderzoek onder andere ook met Frau Boender gesproken die in 1931 een contract als werkster op Kareol kreeg. Ze heeft in 19411 haar ontslag aangezegd omdat het gedrag van het personeel en patiënten Rode Kruis haar ergerde. Gedurende de periode tot 1941 was er uitermate goed voor het huis gezorgd zo liep het personeel op sloffen bijvoorbeeld om de parketvloeren niet te beschadigen. Bij de komst van het de oorlogsgewonden veranderde dat natuurlijk.
Fred Blei
Fred Blei is een Kareolist en kunstschilder die veel schilderijen over Kareol net voor de afbraak gemaakt heeft. Op Youtube vindt u hier een documentaire: https://www.youtube.com/watch?v=_h5lfaTWoVQ
​Het Bungehuis
​Het Bungehuis op de hoek van de Spuistraat en Paleisstraat;
Het Bungehuis wordt in deze tekst eigenlijk alleen genoemd om het geheel zo compleet mogelijk te maken. Veel mensen, zeker uit Amsterdam kennen het voormalig bijna vrijstaande kantoorgebouw grenzend aan de Paleisstraat, Spuistraat en de Singel. Bunge & Co. had tot nu toe hun kantoor gehad in Industria op de Dam maar toen de heer Hirschler van de N.V. Bunge’s Handelsmaatschappij opdracht gaf tot de bouw van dit monumentale pand verhuisde de firma.
Het Bungehuis was gereedt in 1932 en de uiteindelijke opening pas in 1934. Julius Carl Bunge is nooit bij de bouw betrokken geweest, hij verkocht zijn aandeel in de fa. Bunge reeds in 1922 dat sindsdien een N.V. werd.
De firma gebruikte het gebouw tot 1971 en werd daarna verhuurd aan de Universiteit van Amsterdam die er de faculteit letterkunde in vestigde. In 2015 kwam het Bungehuis nog in het nieuws door de bezetting van 11 dagen door boze studenten om te protesteren tegen bezuinigingsmaatregelen en het beleid van de Universiteit. De studenten verhuisden daarna naar het Maagdenhuis op het Spui.
In 2015 werd het kantoorgebouw verkocht aan beleggers die het verhuurde aan de Soho Club om er een exclusieve sociëteit in vestigen met een restaurant, een wellness complex en een hotel. Het hotel bleek wel een probleem, de rechter oordeelde dat dat in het gebouw niet geoorloofd was.
Ongelukkige studenten
Verder naar de Wagner Vereniging en het orgel